>>> De bijeenkomst is UITGESTELD <<<

De Jeugdsectie organiseert voor jongeren drie cursusmiddagen over de sociale driegeleding

Deze bijeenkomsten bestaan uit van een reeks van drie cursusmiddagen in december, januari en maart, waarin achtereenvolgens het ekonomische leven, het rechtsleven en het geestesleven centraal zullen staan. De opzet van deze bijeenkomsten zal in grote lijnen hetzelfde zijn als de inleidende cursus op 17 oktober: eerst een algemene inleiding, waarna vervolgens dieper op bepaalde aspecten ingegaan zal worden. Hierbij zal het gesprek een belangrijke plaats innemen. De bijeenkomsten zijn los te volgen, ook voor wie niet bij de inleidende bijeenkomst van 17 oktober jl. aanwezig kon zijn, maar het verdient aanbeveling aan alle drie bijeenkomsten deel te nemen.

Data: voorlopig uitgesteld

Mocht je je op willen geven voor alle drie bijeenkomsten, geef dat dan aan in het opmerkingen veld van het opgaveformulier.

(Vanwege corona kunnen er maximaal 30 personen in de zaal. Door inschrijving verzeker je jezelf van een plaats)

Eerste bijeenkomst:

Uitbuiting en ekonomie, – het zijn in onze tijd bijna synoniemen. Wie kent de verschijnselen niet? Enerzijds machtige multinationals die, gedreven door een mateloos winstbejag, god noch gebod vrezen, managers die alleen op gigantische zelfverrijking uit zijn en dat alles resulterend in grootschalige uitbuiting van mens en aarde, met als triest dieptepunt de immense plastic ‘soep’ in de oceanen en het platbranden van de amazone-oerwoud, de ‘longen’ van de aarde. Waarbij het gevaar bestaat dat onze planeet vroeger of later door een enorme natuurramp zal worden geteisterd. En anderzijds honderden miljoenen mensen die zich dag in, dag uit af moeten beulen en desondanks honger en gebrek lijden.

Vraag is, hoe dit komt en of hier het niets tegen te doen is. Is het echt onvermijdelijk dat het welzijn van de een voor de ander armoede en ellende met zich meebrengt? Leidt het ekonomische leven onherroeplijk tot uitbuiting en onderdrukking? Is de mens van nature een onverzadigbaar, door en door egoïstisch wezen, dat alleen maar voor zichzelf het beste wenst? Corrumpeert geld, rijkdom de mens noodzakelijkerwijs? Of is er een ekonomisch leven denkbaar dat al deze nadelen niet kent, dat goed voor de medemens en de aarde zorgt? Waarin ik ‘mijn broeders hoeder’ ben?! Anders gezegd: is er voor ons als mensheid – naast het nietsontziende kapitalisme en het wereldvreemde socialisme – misschien toch een andere weg mogelijk, een derde weg, de weg van het midden? En kunnen Rudolf Steiners ideeën over de driegeleding van het sociale organisme ons hierbij  behulpzaam zijn?

Als vervolg op de – inleidende – bijeenkomst van zaterdag 17 oktober jl. willen we in deze tweede bijeenkomst dieper ingaan op de idee van de sociale driegeleding, met dit keer bijzondere aandacht voor het ekonomische leven. Hierbij zullen – naast de aard van het ekonomische leven en zijn relatie tot de twee overige levensgebieden – specifieke onderwerpen aan bod komen als broederlijkheid;  de taak van associaties; de rol van arbeid, kapitaal; loon; (stervend) geld;  wat zijn wel en geen waren, milieubescherming, het zorgstelsel, etc.

Literatuur:

Mensen die dat willen kunnen ter voorbereiding de tweede voordracht uit de bundel Sociale Toekomst bestuderen. Dit is echter geen vereiste om deel te kunnen nemen.

Over de inleider:

Ton Jansen (1953) is van oorsprong sociaal psycholoog. Na zijn afstuderen werkte hij o.a. als docent maatschappijleer op de Vrije School in Leiden. Vanaf circa 2000 was hij via zijn eigen uitgeverij Perun Boeken actief als vertaler en uitgever van het werk van de russisch-duitse antroposoof Sergej O. Prokofieff.

Hij houdt zich al ruim 35 jaar op veel verschillende manieren met de sociale driegeleding bezig. Van zijn hand verscheen onder meer het boek De Kredietkrisis (2008), waarin ook uitgebreid op de sociale driegeleding wordt ingegaan. Ook schreef hij meerdere artikelen over dit onderwerp, o.a. voor Motief, gaf hij verschillende lezingen en begeleidde hij diverse werkgroepen. Zijn speciale interesse gaat uit naar de driegeledingstijd in het begin van de twintigste eeuw, alsmede naar het vraagstuk van de europese eenwording.